• Administratie
    089 / 46.97.70.

Aanmelding komt binnen via Insisto

Iemand, de verwijzer, heeft beslist dat een jongere bijzondere aandacht behoeft en dat in zijn inschatting een diagnostisch onderzoek een cruciale schakel is binnen een zorgtraject.  We gaan er vanuit dat de verwijzer de aanmelding gemotiveerd doet maar dit betekent niet dat de aanmelding onmiddellijk helder is of inderdaad een diagnostische vraag is.  We spreken over de aanmelding verder als een appèl voor hulp of een klacht over een problematische situatie.  De jongere zegt of doet dingen die als onrustwekkend worden gezien of de pedagogische context vertoont kenmerken die inadequaat of onrustwekkend zijn.

Ook de jongere en de context zullen dergelijke klachten hebben: “Hij zit nooit stil”; “Ze spreekt voortdurend tegen en loopt weg van school”; “Hij zegt dat hij niet meer wil leven”; “Vader en moeder hebben voortdurend ruzie, verwaarlozen hun kinderen, hebben een psychiatrische problematiek, er is intrafamiliaal geweld

Opnamecoördinator analyseert het A-doc grondig

Klachtenanalyse

Deze klachtenanalyse is de start van een diagnostisch traject.  Klachten kunnen helder of vaag geformuleerd zijn, terecht of onterecht, verhullend voor een dieperliggend ‘iets’ of daarentegen minder een klacht dan een voorstel van verklaring voor het functioneren van jongere en/in context of formulering van wat er volgens de betrokken partij zou moeten gebeuren.

Wat is het probleem?

Een zeer vaak vergeten of onderschatte fase in handelingsgerichte diagnostiek is weten wat (het geheel van) problemen zijn die deze klachten met elkaar in verbinding brengen.  We hebben actief en voldoende diepgravend te zoeken naar wat ‘het probleem’ precies is.  We doen dit methodisch door te aanvaarden dat er een soms grote kloof kan zijn tussen klacht en probleem en dat we moeten zoeken naar een zo ‘objectief’ of beter neutraal mogelijke beschrijving van dit probleem.

Een gedegen probleembeschrijving is een geheel van concreet en specifiek handelen van de jongere: observeerbare gedragingen op bepaalde tijdstippen en in bepaalde situaties.  Het is het resultaat van wat binnen het model van handelingsgerichte diagnostiek ‘onderkennende diagnostiek’ noemen:  Wat zijn de gedragingen die we als problematisch of verontrustend moeten erkennen?

Wat is de diagnostische vraag?

Wanneer de diagnosticus een voldoende gedegen probleembeschrijving heeft geformuleerd, is het belangrijk dit voor te leggen en te toetsen aan de blik van de jongere en/in context en de verwijzer.  Dan pas kan de diagnosticus met verwijzer en jongere beslissen wat er verder zal gebeuren.  Welke vragen zullen we samen moeten beantwoorden wanneer we starten met de net in gesprek afgesproken probleembeschrijving?  Welke starthypotheses liggen op tafel?  Welke mogelijke interventies springen in gedachten?

Waarom diagnostiek of waarom verblijf i.f.v. diagnostiek?

Wanneer de verwijzer niet alleen diagnostiek vraagt maar verblijf én diagnostiek, is het essentieel dat er tijdens de vraagverheldering methodisch verantwoord wordt waarom verblijf nodig is. Indien hierover onduidelijkheden zijn of indien we oordelen dat verblijf diagnostisch niet nodig is, of zelfs tegenaangewezen is, dan zullen we hierover in communicatie gaan met de verwijzer. 

Dossier wordt gesleept naar wachtlijst en er kan een opmaatgesprek ingepland worden           

Aanmeldingen, wachtlijst en bezetting worden doorgenomen op het wekelijks bezettingsoverleg (dinsdag). Aanwezig: directeur zorg & organisatie, verantwoordelijke diagnostiek en opnamecoördinator  

Opmaatgesprek

Het opmaatgesprek maakt ‘formeel’ en participatief verbinding tussen OOOC Kompas, verwijzer en cliëntsysteem.  Het probeert hiermee verschillende doelen te bereiken:

Het is de plaats waar de opnamecoördinator met alle betrokken actoren (verwijzer, jongere, context, én Kompas) de klachtregistratie, probleembeschrijving en starthypotheses op tafel legt, bespreekt en afspreekt.

Het is het moment waarop ook Kompas zichzelf voorstelt, waar opname-coördinator en trajectverantwoordelijke samen uitleggen wat Kompas precies doet (en wat niet), hoe we dit zullen doen, wie welke rol zal spelen.  Een aspect hiervan is het samen doornemen van de infobrochure.

Het formaliseert de verschillende vragen rond informed consent, vertrouwelijkheidsclausules, informeert over behandeling van klachten, manieren om ervaren problemen bespreekbaar te maken, geeft de communicatiekanalen en bereikbaarheid van o.a. het diagnostisch team mee.

Voor jongeren die een residentieel diagnostisch traject zullen starten, worden ook de krachtlijnen van verblijf uitgelegd en rechten en plichten van ouders (en jongere).

Door de trajectverantwoordelijke wordt de startdatum voor het verder diagnostisch traject vastgelegd en wordt eerste planning opgemaakt en aan de verschillende actoren meegegeven.

Voor jongeren die een residentieel diagnostisch traject zullen starten, plant de opnamecoördinator samen met de groepscoördinator van groepsleiding start van verblijf en organiseert de groepscoördinator een onthaal.  Tijdens dit gesprek wordt de praktische werking van verblijf opnieuw en concreet besproken, worden praktische afspraken gemaakt, regels en verwachtingen gekaderd en bekeken welke aspecten van verblijf voor de jongere op specifieke individuele maat zal moeten gebeuren (bv voeding, medicatie, roken…).

Eindresultaat is dat alle betrokken partijen weten wat het diagnostisch traject zal inhouden, dat werkafspraken zijn gemaakt en dat probleembeschrijving en starthypotheses (als minimale doelstellingen voor het diagnostisch onderzoek) zijn vastgelegd en goedgekeurd. 


Vorige pagina

  • Administratie
    089 / 46.97.70.